Om een klimaatramp te voorkomen, moeten we komen tot een CO2-vrije en klimaatneutrale energievoorziening. Verschillende overheden en bedrijven zetten al zwaar in op hernieuwbare elektriciteit uit zon en wind. Maar er zijn ook omstandigheden waarin je het niet redt met elektriciteit. Bij bedrijven die zeer hoge temperaturen nodig hebben voor hun processen, bijvoorbeeld. En voor lange-afstands-vervoer, dat nu nog niet met elektrische vrachtwagens kan. En wat dacht je van de miljoenen huishoudens die nu nog stoken op aardgas? Dat maak je ook niet in een handomdraai elektrisch.
In die gevallen biedt waterstof een goed alternatief. Mits je het “schoon” produceert. Dat is wat groene waterstof is. Je maakt het via een proces dat elektrolyse heet. In dat proces splits je water in waterstof en zuurstof met behulp van groene elektriciteit (opgewekt uit zon en wind). Op die manier kun je niet alleen aan waterstof komen voor de eerder genoemde doeleinden, een extra voordeel is het dat je het kunt opslaan zodat je het kunt gebruiken als er je soms even niet genoeg wind- en zonnestroom kunt maken, doordat het donker is en niet waait. Dan kun je toch altijd klimaatneutrale energie gebruiken.
Voor de Rotterdamse haven heeft groene waterstof een sleutelrol in duurzame nieuwe economie
In en rondom het Rotterdamse havengebied zijn inmiddels heel wat plannen in uitvoering om waterstof op te wekken en te transporteren in uitvoering. Zo bouwt Shell op de Tweede Maasvlakte aan Holland Hydrogen One. Deze waterstoffabriek zorgt voor verduurzaming van het Shell Energy and Chemicals Park Rotterdam (waar ook onze PVC-fabriek staat). Het gaat om een elektrolyser met een capaciteit van 200 megawatt, die 60.000 kilogram hernieuwbare waterstof per dag kan produceren. De hernieuwbare elektriciteit voor de elektrolyser komt van het windpark Hollandse Kust Noord.
Een belangrijk onderdeel van de overgang naar een waterstofeconomie zit ‘m in de aanleg van nieuwe infrastructuur. Wat dat betreft kwam het recente besluit van Gasunie om een eerste deel van de waterstofbackbone in het Rotterdamse havengebied aan te leggen, als geroepen. Inmiddels is daarvoor de schop de grond al in. De waterstofbackbone gaat de zeehavens de komende jaren verbinden met de grote industriële clusters, opslaglocaties, Duitsland en België. Rotterdam is een logisch startpunt omdat Rotterdamse haven de ambitie heeft om een internationale waterstofhub te worden.
Groene waterstof zal niet alleen uit elektriciteit van wind-op-zee komen. Daarvoor is de vraag simpelweg te groot, al zou je de hele Noordzee vol bouwen met windparken. Een substantieel deel zal daarom worden geïmporteerd uit landen waar je goedkoop groene waterstof kunt produceren. Air Products en Gunvor Petroleum Rotterdam gaan samen een importterminal voor groene waterstof in Rotterdam ontwikkelen. De importterminal zal naar verwachting in 2026 de eerste groene waterstof leveren aan Nederland.
HES International doet hetzelfde, samen met Gasunie en Vopak: zij ontwikkelen samen een importterminal voor groene ammoniak als waterstofdrager. Het ontwerp is al klaar en de verwachting is dat de terminal op de Maasvlakte, die de naam ACE Terminal zal gaan krijgen, vanaf 2026 operationeel zal zijn. Ook OCI verdrievoudigt de capaciteit van zijn ammoniakterminal in de Europoort.
Als de term waterstof valt, wordt vaak ook ammoniak genoemd. Welke rol speelt die stof dan in de groene waterstofeconomie? Dat zit zo: waterstof moet getransporteerd worden van de plaats van productie naar de plaats van gebruik. Dat kan vrij gemakkelijk via een pijpleiding, maar het is lastiger via scheepvaart. Door waterstof als het ware te “verpakken” in ammoniak kun je het vloeibaar maken en veel eenvoudiger via een tanker wereldwijd transporteren. Het idee is dat je de waterstof na import ofwel weer uit de ammoniak kunt halen, ofwel verder kunt transporteren via tankauto’s. Voor de eerste optie zijn lokale waterstoffabrieken nodig, die via een krakingsproces de waterstof uit de ammoniak halen.
Verder zijn er nog een groot aantal nieuwe projecten in de voorbereidingsfase. Zo hebben HyCC en bp een joint development agreement gesloten voor de verdere ontwikkeling van H2-Fifty, een 250 megawatt installatie voor de productie van groene waterstof uit water en hernieuwbare energie. Ook op andere plekken in Nederland zijn groene waterstoffabrieken gepland.
De ambities liegen er niet om: het Havenbedrijf Rotterdam schatte vorig jaar in dat het gebied, met het cluster van bedrijven dat hier actief is en in samenwerking met exporterende landen, Noordwest-Europa in 2030 kan voorzien van ten minste 4,6 miljoen ton waterstof. Dankzij de waterstoffabrieken en de infrastructuur kan de Rotterdamse haven, als groene waterstofhub, zijn spilfunctie in de internationale energiestromen versterken en een belangrijke pijler onder de Nederlandse economie blijven.
Ook Shin-Etsu speelt in op de nieuwe waterstofeconomie. Bijvoorbeeld door de kraakfornuizen van de VCM-fabriek aan te passen om ze voortaan op waterstof te laten draaien in plaats van op aardgas. Daarover een andere keer meer.
Tekst en foto: Gerben Holwerda/De Nieuwe Lijn