Tegenwoordig is hij niet meer weg te denken uit het straatbeeld: de oranje-witte verkeerskegel. Maar er was een tijd dat deze nog niet bestond. Charles D. Scanlon ontwikkelde hem in 1942 toen hij werkte voor de Los Angeles Street Painting Department.
Om de plaats te markeren waar schilders aan het werk waren en om te voorkomen dat voetgangers in de natte verf stapten, werden tot die tijd kleine, driepootvormige bolders van hout gebruikt. Die moesten voor elk project in elkaar worden gezet en namen veel ruimte in om op te slaan. Bovendien was deze bolder voor automobilisten niet goed zichtbaar waardoor de afzetting regelmatig kapot werd gereden. En dat was tegen het zere been van Scanlon, want hij moest de kapotgereden bolders telkens repareren en overschilderen.
Hij bedacht een kegelvormige pilaar die gemakkelijk te zien en te verplaatsen was en ook niet direct zou breken als deze geraakt werd. Als materiaal gebruikte hij stroken rubber die hij maakte van afgeschreven autobanden. In 1943 vroeg de Los Angeles Street Department patent aan voor Scanlon’s veiligheidsmarkering. Na jaren van veiligheidstests en verbeteringen, begon in 1947 massaproductie van de rubberen verkeerskegel en werd het langzaamaan een van de meest gebruikte veiligheidsmarkeringen.
In 1961 ontwikkelde de Britse ingenieur David Morgan de eerste kegels van plastic. Tegenwoordig worden de kegels voornamelijk van - veelal gerecycled - PVC gemaakt met een versterkte voet van polyethyleen of rubber. Het ontwerp is in de loop der jaren weinig veranderd. Nog altijd hebben de kegels een opvallende vorm, zijn ze stabiel, stapelbaar, makkelijk te verplaatsen en kunnen ze in grote aantallen tegen relatief lage kosten worden geproduceerd.
Wereldwijd zijn er op dit moment naar schatting 140 miljoen exemplaren in gebruik. Naast toepassing in het verkeer hebben ze ook hun weg gevonden naar bouwplaatsen, sportvelden en bedrijfsterreinen. Wat in Los Angeles klein begon om te voorkomen dat voetgangers in natte verf zouden stappen, is uitgegroeid tot een icoon voor veiligheid in de openbare ruimte.
Bron: Plastics the Mag